De thuistaal is een sleutel, een brug en een spiegel

Vaak wordt gedacht dat de thuistaal van meertalige kinderen in de weg zit bij leren en meedoen op school. In tegendeel, de thuistaal biedt juist enorm veel kansen. De thuistaal is een sleutel, een brug en een spiegel. Deze drie metaforen gebruikten we1 in onze workshop bij de PO conferentie, op woensdag 7 februari 2024. Tijdens de workshop merkten we dat ze aansloegen bij de deelnemers. In deze blog leggen we uit wat we met de metaforen bedoelen.

Sleutel om kennis te ontsluiten. Een voorbeeld uit de praktijk van Hanneke, leerkracht in nieuwkomersonderwijs en promovenda bij de Universiteit Utrecht, maakt duidelijk wat we bedoelen: “Ik probeerde een leerling het verschil tussen even en oneven te leren. Hoewel ik al op verschillende manieren uitleg had gegeven, begreep hij het niet. Totdat ik met hem ging opzoeken hoe je ‘even’ en ‘oneven’ in zijn thuistaal zei. Onmiddellijk klaarde zijn gezicht op en binnen een paar minuten had hij de sommen gemaakt, waar hij eerst zo mee worstelde.”

Brug om Nederlands te leren. Ambulant begeleider Sasja (Expertisecentrum taalgroepen Voila) maakt gebruik van vertaalapps zoals Google Translate, SayHi, en Chat GPT om toegankelijkheid van lesstof te vergroten. Eén van haar leerlingen mocht een creatieve schrijfopdracht eerst in het Italiaans schrijven, zijn moedertaal. Daarna vertaalde hij zelf alles met een vertaalapp naar het Nederlands. Samen bespraken ze vervolgens de Nederlandse woorden en zinnen en kwamen ze tot een rijk Nederlands verhaal. “Als de leerling direct in het Nederlands had geschreven, dus zonder het Italiaans”, zei Sasja, “was het verhaal veel meer beperkt geweest”.  

Nog een voorbeeld. In de klas van Henk en Vera Ellen schreven leerlingen verhalen over hun ervaringen met geld, zoals boodschappen doen, iets lekkers kopen, of een cadeautje. Eerst werden de verhalen één voor één mondeling besproken. Leerlingen gebruikten hier verschillende talen die zij tot hun beschikking hadden. Ze hielpen elkaar met vertalen. Deze werkvorm leidde meteen tot nieuwe Nederlandse woorden. Vera Ellen: “en dan komen er ook allemaal dingen langs als ‘de zoon van mijn moeder haar zus’. Nou, dan hebben we ook weer de ‘tante’, ‘oom’, ‘neef’ en ‘nicht’ die even voorbij komen.”  

Spiegel die leidt tot reflectie en taalbeschouwing. Zaahid vertelde aan Vera Ellen dat hij klokkijken in Syrië gemakkelijk vond. Maar in Nederland werd het ‘een beetje moeilijk’. Vera Ellen: “Op een gegeven moment bespraken we de kwartieren. In het Nederlands zei hij ‘nog vijftien minuten, en dan is het elf uur’. Ik legde uit dat dit hetzelfde was als ‘vijftien minuten voor elf’ of ‘kwart voor elf’. Zaahid vertelde dat het in het Arabisch vertaald werd naar ‘elf min een kwart’ of ‘elf min vijftien minuten’.” Vera Ellen en Zaahid praatten daarna verder over de verschillen en overeenkomsten tussen het Nederlands en Arabisch. Ze ontdekten hoe je hetzelfde onderliggende concept op verschillende manieren kan benaderen.

1. De workshop werd gegeven door Lianne Stolte (UU), Sasja Vennekens (Expertisecentrum taalgroepen Voila), Vera Ellen van Bork (WereldKidz) en Elma Blom (UU).

-Elma Blom | projectleider.

Momenteel is deze blog alleen beschikbaar in het Nederlands en Engels. Om het in een andere taal te lezen raden we de vertaaltool DeepL aan.

Terug