Thuistalen leren – wat vinden meertalige kinderen in Nederland er eigenlijk van?
Veel kinderen in Nederland gebruiken in hun dagelijks leven naast het Nederlands minstens één andere taal. Sommige van deze talen maken deel uit van het schoolcurriculum, zoals Engels. Maar er zijn veel meer talen aanwezig in de gezinnen van kinderen met een migratieachtergrond. Dit zijn de talen waarin gezinnen zingen, verhalen vertellen en samen taarten bakken. Vaak doen ouders en verzorgers hun best om kinderen hun thuistalen te leren – en volwassenen hebben daar veel redenen voor! Maar wat vinden kinderen ervan?
Dit jaar zijn we aan een project* begonnen om daar achter te komen. Met de hulp van twee thuistaalprogramma’s aangesloten bij het Heritage Language Education Network, spraken we met kinderen over hun motivaties, uitdagingen en kansen bij het leren van hun thuistalen. Alle geïnterviewde kinderen zijn in Nederland geboren en hebben minimaal één ouder of grootouder die vanuit een ander land naar Nederland is geëmigreerd.
Motivaties
Een belangrijke motivatie voor kinderen om hun thuistaal te leren was om te kunnen communiceren en spelen met hun families – grootouders, tantes, en neven – die in andere landen wonen en geen Nederlands spreken.
Uitdagingen
Eén van de uitdagingen die sommige kinderen aankaartten, is dat zij hun thuistaal als moeilijker ervaren dan het Nederlands. Sommigen van hen zeiden ook dat ze soms woorden in hun thuistaal vergaten of de betekenis ervan niet kenden.
Mogelijkheden
De grootste kans die kinderen zagen was het bijwonen van thuistaalprogramma’s. Kinderen vonden deze programma’s nuttig voor het leren van talen en culturele tradities. Bovendien dachten sommige kinderen dat ze door het volgen van deze lessen ook vrienden konden maken met andere leeftijdsgenoten die hun taal deelden. Dit betekende dat ze zowel tijdens de taallessen van elkaar de thuistaal konden leren, als tijdens het samen spelen in de pauzes.
De thuistaalprogramma’s in Nederland zijn vaak grassrootsinitiatieven onder leiding van ouders en verzorgers. Er wordt geschat dat duizenden kinderen in het hele land naar dergelijke lessen gaan.
*Een BA-scriptie is uitgevoerd door Isabel Delany en Juliette Martens, begeleid door Mirona Moraru.
Mirona Moraru | Postdoctoraal onderzoeker, deelproject ‘Boundary Crossing’. Momenteel is deze blog alleen beschikbaar in het Nederlands en Engels. Om het in een andere taal te lezen raden we de vertaaltool DeepL.com aan.