Beleid voor meertaligheid op school: Onuitgesproken regels of vaste richtlijnen?

Onder beleid voor meertaligheid kan worden verstaan een set regels en richtlijnen gericht op schoolpersoneel en leerlingen over het gebruik van verschillende thuistalen op school. Als een school kinderen van vluchtelingen ontvangt, kan bijvoorbeeld een taalbeleid worden opgesteld om de thuistalen van leerlingen te benutten voor het leren. Maar taalbeleid kan ook juist proberen om het gebruik van Nederlands in de klas af te dwingen. Taalbeleid kan dus variëren afhankelijk van maatschappelijke normen, waarden en ideologieën. In deze blogpost reflecteren we op interviews met leraren en leerlingen over het taalbeleid van hun scholen. De interviews werden gehouden door drie masterstudenten van onze onderzoeksgroepen in Zweden (Elena Talic; Simone Gauffin) en Nederland (Cudi Gölpinar).

In sommige scholen in Zweden en Nederland is het taalbeleid niet expliciet, of zijn leraren zich er niet van bewust, zoals door sommigen van hen is aangegeven:

“Niemand heeft ooit gehoord van [een taalbeleid]”; “Ik kan niet zeggen of er zulke formele documenten zijn, niet dat ik weet in ieder geval (…) het is niet iets dat bij iedereen bekend is”  

Bij afwezigheid van een duidelijk taalbeleid hebben leraren verschillende opvattingen over wat dat beleid zou kunnen zijn. Dit kan op verschillende manieren invloed hebben op leerlingen. In sommige Nederlandse scholen gaan leraren uit van het idee “op school spreken we Nederlands, en lezen we in het Nederlands“, terwijl in sommige Zweedse scholen leraren aannemen dat de thuistalen welkom moeten zijn:

“Nou, het is nooit een vraag geweest, maar je gebruikt het, je profiteert van het spreken van verschillende talen.”  

In andere scholen is taalbeleid formeel aanwezig in schooldocumenten, meestal als gevolg van een top-down beleid dat voortkomt uit overheids- of schoolbeslissingen. In Nederland is een voorbeeld hiervan het netwerk van ’taalvriendelijke scholen’ (https://languagefriendlyschool.org/). Dat zijn scholen die zich officieel inzetten om alle talen van leerlingen in hun onderwijs te omarmen (Gölpinar, 2023). Duidelijke en expliciete taalbeleidsregels kunnen veel voordelen bieden. Gölpinar noemt bijvoorbeeld het gevoel van verbondenheid van leerlingen, of in de woorden van leerlingen:

“Ik vind het gewoon fijn, omdat… als je me dan vraagt of ik het kan lezen, zeg ik ja, ik kan het lezen omdat het mijn taal is. Ik vind het gewoon fijn om iets in mijn eigen taal op school te kunnen zien, dat ik herken.”  

In een interview met Talic en Gauffin beschrijft een leraar hoe een duidelijk taalbeleid kan helpen bij het oplossen van conflicten tussen leerlingen:

 “Wanneer er conflicten zijn, kiest [een leerling] een andere taal zodra die iets slechts willen zeggen. Dan kun je [als leraar] zeggen, nee, hier spreken we Nederlands met elkaar, zodat iedereen het begrijpt. Het kan beleid zijn: zelfs als het is toegestaan om een andere taal te spreken tijdens schoolwerk, moet je nog steeds onderscheid maken wanneer het gepast is.” 

Uiteindelijk, of het nu expliciet is beschreven of informeel blijft, taalbeleid bepaalt een deel van de dagelijkse ervaringen van leerlingen en leraren. De interviews benadrukken het belang van duidelijkheid, bewustzijn en inclusie in het beleid — vooral in meertalige klassen. We kunnen ons dus afvragen: Is het taalbeleid van onze school duidelijk, inclusief en afgestemd op de talige werelden van onze leerlingen? Zo niet, dan is het misschien tijd om het gesprek te beginnen.

Tot de volgende post!

Terug