Klokkijken in alle talen
Maandelijks houden we een bijeenkomst met een groep onderzoekers en onderwijsprofessionals. Tijdens één van deze bijeenkomsten ontdekten we dat klokkijken altijd een lastig onderwerp is in het nieuwkomersonderwijs.
We voerden individuele gesprekjes met leerlingen van tien tot twaalf jaar oud. Zij kwamen uit Syrië, Irak, Afghanistan en Libanon. We kwamen erachter dat nog geen van deze leerlingen de kans had gehad om klokkijken te leren op school in de landen waar ze vandaan kwamen. Zoals de meesten dat zeiden: “ik heb het zelf geleerd”. Dit was een eye-opener voor de leerkrachten, die nu een nog beter beeld hebben gekregen van de voorkennis, en daar de lessen op kunnen aanpassen.
“Als de wijzers zo staan, dan ga ik naar school lopen. Maar ik kan het niet zeggen!”
Eén leerling leek uitstekend te weten hoe de klok het verstrijken van de tijd aangaf, maar kon daar nog geen woorden aan geven in het Nederlands. Ze wist hoe de cijfers altijd staan wanneer ze zich ’s ochtends klaarmaakt voor school. “Grote hier en kleine hier (ze wees naar de wijzers op de klok), dan ga ik ontbijt maken. Grote hier en kleine hier, dan ga ik naar school lopen. Maar ik kan het niet zeggen!”
Een andere leerling had op zijn telefoon een digitale klok met Arabisch-Indische cijfers. Hij vertelde dat hij klokkijken in het Nederlands erg moeilijk vond. Toen we vroegen of hij dat in het Arabisch ook vond, kregen we een volmondig “nee” te horen. Hij vertelde dat hij altijd eerst in het Arabisch bedenkt hoe hij de tijd zou zeggen, om het vervolgens naar het Nederlands te vertalen.
Weer een ander deelde haar verwarring met ons. Ze zette de digitale klok op 16:20 uur en zei: “zestien is vier uur. En nog twintig minuten. Maar ik snap het niet, want moet ik schrijven: tien half voor vijf? Ik snap het niet. Dat is in Arabisch in minuten.” Ze legde uit dat ze dit specifiek een heel moeilijke tijd vond, omdat ze in het Arabisch zou zeggen: “vier (uur), erbij twintig”.
Diezelfde leerling gaf aan dat ze Nederlands klokkijkt wanneer een leerkracht meekijkt. Als ze zelf in haar werkboek werkt, gebruikt ze Nederlands en Turks. Wanneer ze thuis is, of buiten, dan gebruikt ze Turks en Arabisch door elkaar heen.
We denken dat het belangrijk is om dit soort gesprekken te voeren met leerlingen. Zowel de leerling als de leerkracht kan hiermee belangrijke inzichten opdoen.
-Lianne Stolte | Phd onderzoeker, deelonderzoek ‘School‘; Vera Ellen van Bork | Leerkracht nieuwkomersonderwijs; Henk Visscher | Leerkracht nieuwkomersonderwijs.
Momenteel is deze blog alleen beschikbaar in het Nederlands en Engels. Om het in een andere taal te lezen raden we de vertaaltool DeepL aan.